Epistel 4
- Dollars wisselen op de zwarte markt
- De vleeshouwer in Manila
- De tandarts in Iloilo
- Het varken op de bus
- De paterkes
- Kalabaw & cannibals
Dollars wisselen op de zwarte markt
Als je dollars wou wisselen kon dat op verschillende manieren. Je ging naar een officiële bank en je wisselde aan de vigerende officiële internationale koers. Of je ging naar de zwarte markt, want daar kreeg je er iets meer voor. De raad die we meekregen was, om nooit alleen naar zo een bank te gaan, voorkennis te hebben en zorgen dat hij niet in rosse louche buurt lag. Ik weet niet of we dit alles onderzocht hebben, maar we hebben er wel ons geld gewisseld. Wat ik me ook nog kan herinneren is dat ik in de taxi achterbleef om hem ter plaatse te houden zodanig dat diegene die het geld ging wisselen bij het buitenkomen onmiddellijk kon instappen en wegrijden, kwestie van niet beroofd te worden bij het eventuele buiten wachten. Alle ramen en deuren van die bank waren voorzien van dikke tralies. Daarbij hielden met mitrailleurs bewapende mannen de wacht bij de ingang. Ik had in mijn marcellekes speciale zakken genaaid op de borst en onder mijn oksels om mijn geld op te bergen. Vandaar dat mijn dollars en later peso`s naar zweet roken. Boven het marcelleke droeg ik een T-shirt of hemd zodat niemand iets kon merken van al het geld dat ik bij me had.
De vleeshouwer in Manila
In 1987 vond ik de toestand in België heel wat moderner dan vele van de taferelen die we tegenkwamen op onze reis. In een van de straten in Manilla kon ik binnenkijken in het atelier van een slager...niet geschikt voor gevoelige magen opgelet volgende beelden kunnen schokkend zijn, je wordt dezelfde dag nog vegetariër. Ik kan me ook nog levendig herinneren dat we een week later langs het kabinet van een tandarts kwamen in Iloilo. Bij de instrumenten in zijn uitstalraampje wist je niet of je terug bij de slager beland was of misschien wel in een vooroorlogse abortuskliniek. Sedertdien ga ik tweemaal per jaar naar mijn beschaafde brave tandarts in ons Vlaamse plattelandsdorpje. Halleluja praise the lord: in België worden we minder snel ziek en worden we bespaard van rare buitenlandse kwalen. | |
Het varken op de bus
Het openbaar vervoer is er een aanrader, op alle mogelijke manieren en in alle prijsklasses kan je van A naar B . Om naar een binnenlandse luchthaven te gaan hebben we een BMX fietsje met zijspan en plaats voor 2 man + bagage genomen. Voor wat extra peso`s koersten ze zelfs tegen elkaar. Op Palawan maakten we meestal gebruik van de trike; dat is een oude brommer model Flandria waar mijn Pa als beenhouwer in de jaren 60 zijn vleesronde mee deed. Het Palawaans model blonk als een spiegel, was rijkelijk versierd en goed voorzien van christelijke ornamenten, tierlantijntjes en spreuken. Elke Filipino die taxi, trike of om het even wat vervoert gaat beslist na zijn dood rechtstreeks naar de hemel, met zijn voertuig, zonder omweg, waar hij vooraan in de rij zal zitten, zo gelovig zijn ze. De brommer – trike bood plaats aan 3 mensen + chauffeur + bagage. Maar op een zatte avond hebben we er ook met zes man + chauffeur op gezeten. Vervolgens de Jeepney. Iedereen kent de Amerikaanse Willys jeep, wel, de Jeepney is eigenlijk hetzelfde maar dan op een langer chassis want er kunnen wel twaalf mensen of meer mee. Doorgaans blinken deze karren als spiegels, zit er geen glas in de zijramen, zijn ze rijkelijk versierd met toeters en bellen en kan je er beslist ook in de hemel mee rondrijden. Als je het voertuig wil doen stoppen sla je met het plat van je hand een paar keer op de carrosserie en maak je geluid met de lippen op elkaar alsof je de poes roept. Wij reden van ... naar weet ik veel waar. Ik zat vooraan naast de chauffeur langs een stoffige, hobbelige, zanderige niet verharde weg. De bus reed dus goed vol langs die zanderige weg tot ik op een bepaald moment het stop signaal hoorde, bij een plaats waar een varken met zijn ene poot vastgebonden staat aan een palmboom. Hier volgt een dolgeestige passage, tenzij je als onschuldig varken geboren bent natuurlijk. Twee mannen stapten van de bus naar het varken toe, draaiden in één soepele beweging het varken op zijn rug. Ze bonden de vier poten samen en tilden het schreeuwende varken op. Achter aan de bus was een bagagedrager die net plaats bood aan één varken, het dier werd er op zijn rug gelegd met zijn hoofd naar buiten en de poten naar omhoog vastgemaakt aan de drager. Boven de achterlichten, achter het wiel...een stoffige plaats. Wat je ook moet weten: aan zo een Jeepney zijn ook geen deuren en alleen een raam vooraan. Als ik mij met mijn hoofd naar buiten en naar achter keek kon ik het varken ongelukkig zien liggen en horen kermen telkens we in een put reden of er een steen vanonder de wielen schoot en toevallig knorretje zijn snuit raakte. | |
De paterkes
De hoofdreden dat onze cargo met zeekajaks in Manilla bleef hangen hadden we eigenlijk te danken aan de paters en vooral aan onze domme heilige goedheid. Enkele maanden voor we vertrokken verscheen er in een Belgische krant een artikel over paters die een inzameling deden voor die sukkelaars van Vietnamese bootvluchtelingen die helemaal hopeloos, reddeloos, straatarm, strandden op de Filipijnen en voornamelijk op Palawan. Goede zielen die we waren, boden we onze hulp aan. Ik belde de paterkes op, zeggende dat er in onze zeekajak-kist ruimte over was voor goederen die ze naar Palawan wilden verschepen en dat we dit gratis deden voor het goede doel. De religieuze man wees ons voorstel af en zei dat ze alleen naar financiële hulp op zoek waren... Okee tempie, dan maar zelf een inzamelactie op touw zetten voor die Vietnameeskes. Drie grote zakken van 100 liter met kledij en 1 grote zak zeepkes. Oeps en niet vermeld op de vrachtbrief, miserie miserie! Maar zoals eerder verteld hebben de nonnekes daar een mouw aan gepast. Op Palawan geland zijn we meteen naar dat kamp van die Vietnameeskes gaan kijken. Het was alsof we God zagen zo verwonderd waren we, die mensen hadden het veel beter dan de doorsnee Filipino die we daar al gezien of ontmoet hadden. In hun omheind vluchtelingendorp hadden ze : een sanitair gebouw, mooie rieten huisjes en een Vietnamees restaurant. Dat slaat je met verstomming, is als een donderslag bij heldere hemel. Wat we uiteindelijk met de kledij deden lees je verder in het verhaal. |
| Kalabaw & cannibalsNet aangekomen op Palawan Domestic Airport vanuit Manilla. Daar Puerto Princessa niet zo groot was zag je vooral trike-taxi’s. Een nogal zeer donker getinte man stond er tegen zijn taxitrike met een groot Rambo mes zijn vingernagels te kuisen. Dat werd onze chauffeur...hij bracht ons naar een hotel en daarna naar de Vietnameeskes. Ook vroegen we hem om ons rond te voeren naar wat leuke of bijzondere plaatsen. Hij dacht uiteraard: blanke jonge kerels die zijn op zoek naar een verzetje. Opgelet als je een bar binnenstapt en je trakteert een dame. Dan heet dat een lady's drink en die is makkelijk double price. Als een lieftallige Filipina op jou afkomt en vraagt of je gezelschap wil en je zegt neen, dan krijg je een janet in de plaats. Die bar, die lag ons niet. De lokatie was wel mooi, à la strand en palmbomen en Bounty Island en Fa douchecrème en zo. Dan maar met Rambo naar de hanengevechten. Schuddend en schokkend crossten we van de ene zandweg over de andere om na enige tijd in de jungle te belanden bij een bamboo arena . Veel volk, precies een optreden van een of andere rockster (ietsje minder) veel roepen, arm gezwaai, mensenzweet en hanenbloed vlogen er als het ware in het rond. Een kleurrijke opgezweepte bende, stressig atmosfeertje, van die tafereeltjes die je meteen in het decor van films zoals de Deer Hunter of Apocalypse Now brengen. Trouwens enkele van die Vietnam kaskrakers-oorlogsfilms zijn naar horen zeggen in Palawan opgenomen. BTW, hanengevechten: neen ook niet echt ons ding, met Rambo terug naar Puerto. Tijdens de rondrit op zijn brommer viel het mij op dat er minder waterbuffels te zien waren in het landschap. Een waterbuffel is Kalabaw in het Filipino. Dus vroeg ik in mijn beste Engels of er geen Kalabaws waren op Palawan. Overtuigend schudde hij met zijn hoofd en zei doodserieus “cannibals?... no no cannibals on Palawan!!!” |